Beïnvloeding van de kwaliteit van aardappelen

Knolkwaliteit

De knolkwaliteit is voor de consument van cruciaal belang, ongeacht of het gaat om het drogestofgehalte, het zetmeelgehalte, ziekten in het gewas of de kookeigenschappen. 

Stikstof bevordert de blad- en knolgroei en zorgt voor maximale productie van zetmeel. Fosfaat draagt bij aan het behoud van de blad- en knolgroei en beïnvloedt het zetmeelgehalte en de zetmeelkwaliteit. Kalium optimaliseert de opname van water en de productie van drogestof en kan helpen het aantal drukplekken c.q. stootblauw te verminderen. Calcium minimaliseert roestvlekken en zwarte spikkel. Magnesium zorgt voor een effectieve fotosynthese en een goede groei. Borium ten slotte, draagt bij aan het voorkomen van roestvlekken en enzymatische verkleuring.

Schilkwaliteit

De kwaliteit van de aardappelschil wordt steeds belangrijker. Steeds meer consumenten letten bij het kopen van doorzichtig verpakte en losse aardappelen op een schone en mooie schil. Aardappelen met schilgebreken zien er niet alleen minder aantrekkelijk uit, maar ze kunnen vaak ook minder lang worden bewaard. 

Door een juiste en uitgebalanceerde bemesting worden schilgebreken tegengegaan, met een betere kwaliteit van de schil als resultaat. Calcium maakt de schil sterk en zorgt daarmee voor een betere resistentie tegen ziekten. Borium versterkt de werking van calcium door een verbeterde opname en kan zo de kans op aardappelschurft en andere veelvoorkomende aantasting van de knol verkleinen. Zink draagt bij aan het minimaliseren van poederschurft (veroorzaakt door Spongospora subterranea). Zwavel ten slotte, kan zowel poederschurft als aardappelschurft tegengaan.

Bewaar- en kookeigenschappen

Met bewaar- en kookeigenschappen dient altijd rekening te worden gehouden. Na de oogst is het werk nog niet gedaan, omdat in de meeste landen aardappelen gedurende het hele jaar moeten worden opgeslagen om ze het hele jaar door te kunnen blijven leveren. Knollen die minder gevoelig zijn voor drukplekken of verkleuringen, zijn veel beter te bewaren en behouden langer hun kookeigenschappen.

Een juiste en uitgebalanceerde bemesting van het gewas vóór de oogst is van invloed op de bewaar- en kookeigenschappen van de aardappelknollen. Kalium, calcium, magnesium en borium hebben allemaal een positieve uitwerking op de deze eigenschappen, omdat ze de kans op stootblauw, enzymatische verkleuring en andere verkleuringen verkleinen.