Gezond tarwe verbouwen

Er zijn veel voorbeelden van voedingsstoffen die belangrijk zijn voor de gezondheid van planten, zoals stikstof, kalium, mangaan, zink, koper en molybdeen.

Stikstof en kalium 

Een tekort aan stikstof maakt de plant vatbaarder voor zwartbenigheid. Te weinig kalium leidt ertoe dat planten vooral in perioden van droogte verzwakken en wegkwijnen. Fysiologische stress is schadelijker als de kaliumtoevoer beperkt is: vorstschades zijn groter, met water verzadigde gebieden hebben een langere herstelperiode nodig en planten verwelken eerder en blijven in droge omstandigheden langer slap.

Als de beschikbaarheid van stikstof en kalium niet meer in evenwicht is, zijn planten vatbaarder voor ziekten en schadelijke insecten. Dit vormt een basis voor ziekten als meeldauw.

Een kaliumtekort kan leiden tot dunnere celwanden, die minder resistent zijn tegen schadelijke insecten. Een analyse van meer dan 1000 proeven met graan toont aan dat waar het gehalte aan kalium laag en ten opzichte van de hoeveelheid stikstof niet in evenwicht is, ziekten en bacteriële infecties in meer dan 70% van de gevallen door een kaliumgift kan worden verminderd. Een kaliumtekort vergroot ook de kans op roestinfectie.

Zink en koper 

Zink zorgt aantoonbaar voor een vermindering van de kans op Rhizoctonia-besmetting. Een tekort aan koper leidt tot pollensteriliteit, waardoor loze aren ontstaan die met moederkoren kunnen worden geïnfecteerd.

Mangaan 

In tal van onderzoeken wordt mangaan in verband gebracht met een betere ziekteresistentie. Het heeft een direct remmend effect op de groei van schimmels, vooral op meeldauw. Ook is het betrokken bij de productie van suberine en lignine en biedt het plantencellen meer weerstand tegen infecties. Het is zeer aannemelijk dat mangaan tarwe minder vatbaar maakt voor zwartbenigheid.